Crossmediale journalistiek (2010) is zóóó uit

Crossmedia: leuke term, maar dan nu de praktijk

Toen ik in de zomer van 2009 werd uitgenodigd om te beginnen als docent Crossmediale Vaardigheden aan de opleiding Media, Informatie en Communicatie aan de HvA, vroeg ik me vooral af wat men zoal verstond onder crossmedia. Want de term wordt bij het minste of geringste gebruikt. Maar vaak wordt er iets heel anders bedoeld. Multimedia, bijvoorbeeld.

Dat verschil is snel uitgelegd met de volgende afbeeldingen:

3VOOR12 liet zien dat het werkt, wie volgt?

Het beste voorbeeld van gebruik van crossmedia in de popjournalistiek blijft 3VOOR12. Ondanks dat we discussies kunnen voeren over hun navigatie, het lastig inloggen, het feit dat hyperlinks pas sinds een paar jaar in de stukken kunnen worden toegevoegd: de ondertitel van 3VOOR12 had zo ‘crossmediaal popmagazine’ mogen zijn. En eigenlijk zijn ze op hun best tijdens festivals. Waarom? (En nee, niet omdat ik er toevallig anderhalf jaar voor heb geschreven, in een tijd dat ik op Lowlands Twitter chagrijnig afdeed als iets banaals en exhibitionistisch. Dat moet 2006 geweest zijn.)

Neil Postman, profeet of zeurkous?

In het eerste hoofdstuk van Crossmediale journalistiek laat ik Neil Postman de revue passeren. Hieronder is een interessant interview te zien met hem dat ik vorig jaar aan enkele tweedejaarsstudenten Nieuws en Media liet zien. Cyberspace, 1995: dat klonk als iets van vervlogen tijden. Toch is het mooi om het verschil te zien, hoezeer de technologie veel meer is ‘ingebed’ in onze levens, en al helemaal van de nieuwe generatie. Ze zijn zich er alleen niet zo bewust van, en emotieloze robots zijn het ook niet geworden. Wel is er iets anders gebeurd.

De rol van de mediaconsument is de afgelopen jaren veranderd: van gebruiker is hij nu ineens ook zelf maker geworden. ‘De man van de straat’ of ‘vox pop’ horen en zien we ineens overal omdat hij zelf een bijdrage kan leveren aan het maatschappelijk debat. Althans, dat veronderstellen we. Maar is de stem en de houding van de boze burger daadwerkelijk versterkt door de technologie?

De journalist als processor

In het boek Crossmediale Journalistiek wordt kort aandacht besteed aan storytelling en data als bron voor de journalistiek, maar ik diep het hier graag nog even uit.

‘Je zou kunnen zeggen dat het huidige tijdsgewricht steeds meer in een digitaal videoformaat aan de geschiedenis wordt toevertrouwd. Maar niet alleen dat. Het is ook alsof de wereld een groot dorpsplein is geworden, waar YouTube het nieuwe podium is voor de stadsomroeper van weleer,’ aldus Frank Janssen op Frankwatching.com.

Het allereerste radiofragment ooit

Geen fijne naam voor een dj, Hanso Schotanus à Steringa Idzerda. Idzerda was dan ook niet echt een dj (maar een ingenieur), maar wel degene die met zijn programma Soiree Musicale als eerste in Nederland een radio-uitzending verzorgde vanuit zijn woonkamer in Den Haag.

Op 6 november 1919 hoorden die paar Nederlanders met een radio de mars Turf in je Ransel. Crowdfunding, social media, wisdom of the crowds: het zouden futuristische termen voor Idzerda zijn. Maar wij zouden op onze beurt Turf in je ransel niet meer aanzetten.

Beluister het fragment bij Geschiedenis van de VPRO.

Een reactie plaatsen:
 

Journalistiek op een tablet, zo zou het kunnen

Time Magazine laat zien hoe de journalistiek kan zegevieren op een tablet, zoals de iPad. Heeft over vijf jaar iedereen zo’n ding? En hoe doen we dat dan op het strand, in bad, bij het ontbijt (tussen de eieren en koffie!). Vooralsnog zit ik zelf een beetje te klooien met een JooJoo. Ik houd hier een (bescheiden) blog bij over dit apparaat. Over de vier grootste voor- en nadelen van de JooJoo schreef ik op 14 juni.   

Crossmediale concepten

Het zou kunnen dat lezers na hoofdstuk 2 (‘Crossmediale journalistieke Concepten’) nog een beetje ongemakkelijk tegenover het woord ‘concept’ staan. Wat bedoel ik überhaupt met een journalistiek concept?

Wat me opvalt is dat veel nieuwstitels in ons land (van de Volkskrant tot Nu.nl en van De Telegraaf tot De Groene Amsterdammer) hetzelfde concept hebben. Berichtjes met een plaatje en af en toe een praatje. Qua verdienmodellen gaat het van betaald (digitaal) abonnement tot vervelende banners (nu.nl).

Digital Media Pyramid

De Digital Media Pyramid is bedacht door Ben Davis van Online Journalism Review.  We kennen als schrijvende journalist allemaal de ‘omgekeerde piramide’: Het belangrijkste nieuws als eerst. De regels daarna bevatten de belangrijkste onderbouwing of aanleiding, en uiteindelijk komen de details. Maar voor online publiceren is die omgekeerde piramide alleen niet genoeg. Wat dan wel?

Journalistiek versus creatieve industrie

Als ik aan studenten probeer uit te leggen wat een concept is, moet ik altijd Paul Arden aanhalen. Hij zou zonder twijfel, mocht hij nog geleefd hebben, een briljant journalistiek concept kunnen bedenken. Juist ja, Paul Arden, de reclameman, de copywriter (overleden in 2008). Reclame en journalistiek, gaat dat samen?

Wel als het om goede concepten gaat. Ik weet zeker dat Arden het idee van een gemodificeerde Sports Illustrated op een tablet zou waarderen, bijvoorbeeld. Ik denk ook dat Arden een inspirator zou kunnen zijn voor al die noodlijdende nieuwstitels die hun oplagen zien dalen. ‘WHEN IT CAN’T BE DONE, DO IT. IF YOU DON’T DO IT, IT DOESN’T EXIST.’