Dat verschil is snel uitgelegd met de volgende afbeeldingen:
Het recent verschenen handboek van collega’s (concurrenten!) Alexander Pleijter en Arjan Dasselaar geeft weer een andere definitie dan de mijne. In hun ogen is de crossmediajournalist ‘iemand die zelf allerhande soorten materiaal publiceert en deze vervolgens verwerkt in een crossmediale webproductie.’
Naar mijn mening hoeft een crossmediale journalist niet zoveel verschillende dingen te kunnen, hij moet vooral crossmediaal dénken, en crossmediaal ingezet worden. In mijn boek stel ik dat het grootste verschil tussen crossmediale en ‘monomediale’ journalistiek vooral zit in de organisatie en de attitude van de journalist/nieuwstitel. Verder heeft crossmediale journalistiek natuurlijk wel een technologisch aspect, maar een journalist die het liefst alleen stukken schrijft kan met behulp van een collega prima worden ingezet in het crossmediale tijdperk.
De vier niveaus, zoals ze in mijn boek worden besproken, zijn gebaseerd op de bevindingen van Gary Hayes. De niveaus zijn Pushed, Extra’s, Bridges en Experience. Het laatste is voor de moderne journalist het interessantst: ‘A cross-media 4.0 property is co-creative collaborative play with the audience across many devices, which evolves and grows a life of its own.’
Een reactie plaatsen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten