Het papieren (dag)blad zou een offline versie van de app moeten zijn


Sinds gisteren heb ik dankzij een actie van T-mobile – ik was toe aan een nieuw abonnement – een iPad. Tegen een geringe bijbetaling, dankuwel. Mijn aanvankelijke scepsis tegen deze tablet, mede gevoed door de opstandige terugzendactie van Jeff Jarvis, is in één dag verdwenen. Ik zou het als tijdschriftliefhebber zelfs mindblowing willen noemen.


In december 2009 fantaseerde ik al samen met HvA-collega en voormalig uitgever Paul Disco over het opzetten van een tabletmagazine. We konden ons er iets bij voorstellen, want de demo van Sports Illustrated kenden we natuurlijk al lang. Maar de Nederlandse markt zou nog wel even achterblijven, al was het maar omdat de iPad pas sinds deze zomer verkrijgbaar is in Nederland.

In mei had ik zelf al een JooJoo, maar dat is een lachertje uit Signapore, en is in feite niets meer dan een laptop met touchscreen en wifi, alleen dan wel een laptop waarmee je alleen maar kunt browsen en niets mee kunt opslaan of afspelen met usb. De JooJoo is wel te hacken (met een usb-hub, een toetsenbord en een usb-stick met Linux). Het ding draait dan wel Java en Flash maar wordt daardoor wel kokendheet en na 1,5 uur (!) moet hij alweer in de lader. Een echte kat in de zak. Doe het niet.

Ik heb Apple altijd met enige schroom en huiver behandeld. Ik heb zelf geen iPhone of MacBook. Ik houd er niet van als ik een fraai vormgegeven, dichtgetimmerde device in handen heb. Ik wil kunnen modificeren en aanpassen, openbreken en rommelen. Ik ben veel te veel anarchist. Ik houd er niet van als ik niet eens een koptelefoon met jack kan aansluiten maar voor een koptelefoon weer naar een website moet of naar een Apple Store die eruit ziet als een Nespresso boetiek.

screenshot uit The Iconist
Maar voor de liefhebber van traditionele magazines zijn de (betaalde) apps van titels als Vanity Fair, Edition 29 en The Iconist (een speciale iPad-titel uit Duitsland) werkelijk een prachtig begin. Het resultaat is verbluffend. Ik kan het niet uitleggen; je moet het zelf eens ontdekken. Je raakt zelfs onder de indruk van de advertenties. En vanwege de liefde en aandacht voor het digitale magazine, raak je zo gecharmeerd van de hi res foto's, dat je met één klik het koffietafelboek van de fotograaf kunt bestellen. Dankzij deze revolutie is er opnieuw waardering voor het ambacht. Kassa. Dat je niet kunt multitasken met het apparaat, heb ik nog niet als hinderlijk ervaren. Dat is net zoiets als beweren dat je tijdens het kijken naar een mooie film niet je mail kunt checken.

In Nederland zetten we voorzichtig de eerste stappen. Zelfs de (gratis) apps van de Telegraaf of Veronica Magazine zijn een goede duw in de richting, alleszins beter dan de probeersels van de Volkskrant (geen verschil met de iPhone-app, maar goed, deze is nog gratis) of NRC (een giller, wat is voor mij de meerwaarde om de identieke stukken uit de krant digitaal te krijgen?). Geef mij een mooie, echt goedverzorgde app van een nieuwstitel en ik betaal er voor.

Het papier zou zich moeten aanpassen, niet de digitale versie. Papieren edities van kranten en tijdschriften worden wat mij betreft een 'light' versie van de digitale broer, en zijn dus eigenlijk foldermateriaal, ook geschikt om in bad en op het strand te lezen.

En hoe moet het dan met de websites van de nieuwsorganisaties? Houd het web zo gratis en zo open mogelijk. Bloggers, twitteraars, bijdragen van andere gebruikers. Al die fratsen die je in een app kwijt kan, komen niet tot zijn recht op een website of blog.

In amper een jaar tijd kan het verkeren. Of het nu het apps-formaat van Apple is of een ander systeem, de toekomst van magazines schuilt in de tablets. En dat vereist een andere manier van denken en werken. Onderwijsinstanties die de jeugdige journalisten nog opvoeden met het vaste ideaal van krant, tv, radio – tijd om wakker te worden. Werk samen met app-ontwikkelaars!

Geen opmerkingen: